Ironisch genoeg staat er op te lezen: 'Play with me'. Maar niemand kijkt nu naar het lappending om. Een stukje wit stof is het eigenlijk: niet meer, niet minder. Ergens op de wereld heeft iemand er een schaar in gezet, met een naald wat draad aan toegevoegd, en voila: een k'nijn!
En alleen omdat Karlijn gedurende de nacht de oortjes bevuilt door er op te sabbelen, moet Mamma, of Pappa, overdag het ding even door een sopje halen, opdat Karlijn niet nog meer gekke ziektes oploopt. Pikzwart zijn die oortjes soms. Alleen God en een microbioloog weten wat er zich in die oortjes allemaal afspeelt.
Die oren ook. Alleen de oortjes steekt Karlijn in de mond. Feilloos weet ze die te vinden, door met haar handjes om de stof heen te gaan, tot ze iets voelt waar geen knoop in zit. En allebei gaan ze dan in de mond. Bizar. Niet 1 oor, nee, alletwee. Met minder neemt ze geen genoegen voor de nacht. Dat is niet aangeleerd, daar kiest ze zelf voor. Hoe werkt dat toch?
Geen flauw idee, maar ze is dol op dat ding. Nu al is ze in paniek als k'nijn niet 's nachts mee het bed in gaat. Ik denk dat we allemaal wel hechten aan bepaalde dingen, maar bij 'K' zie ik het nu ontstaan. Hechting. Aan ons. Aan haar blokjes. Maar vooral aan k'nijn.
Zou ze door hebben dat we er twee hebben? Dat we er zelfs nog meer willen kopen, om schoon te houden, en voor als ze er een kwijt raakt, god weet waar?
Zou die persoon met naald en draad, ergens op de wereld, weten hoe belangrijk die oortjes zijn, voor iemand anders op aarde?
En hoe zwart kunnen oortjes worden?

1 opmerking:
Hoihoi,
ik wil wel eens een foto zien dat ze DE oortjes van K'nijn opeet.
Groetjes,
Tante Astrid
Een reactie posten